Het is niet altijd zwaar en moeilijk om bij nabestaanden aan tafel te zitten. Sterker nog: het is regelmatig best gezellig. De eerste schrik is achter de rug en de uitvaartverzorger heeft al veel praktische obstakels weggenomen. Het moment waarop ik word ingevlogen is vaak een moment waarop nabestaanden weer durven ademhalen. Het is soms wel even zoeken. Zoeken naar aansluiting, naar vertrouwen. Maar als het vertrouwen er is, dan is het gesprek voor mij werk dat niet als werken voelt.
Vorige week zat ik in een klein Brabants dorp. In een woonkamer waar de spreekwoordelijke Brabantse gezelligheid van de muren droop. Er was een fijne klik en ongemerkt was er ruimte gekomen om tijdens het vertellen over moeder flink wat af te lachen.
Wie ik ben, doet natuurlijk niet ter zake. Al zijn families -terecht- soms best nieuwsgierig wie ze in huis halen. Ook deze familie. Mijn Achterhoekse roots waren al opgevallen voor ik mijn mond had opengedaan. En halverwege het gesprek wilden ze wel eens weten hoe ik zo in Brabant verzeild was geraakt. Omdat de stemming zo goed was, flapte ik er vrolijk uit: “Ons standaardgrapje thuis is dat we hier ontwikkelingswerk zijn komen doen.”
Oeps.
Op het moment dat ik het zei draaiden als in slow motion vijf paar ogen naar me toe. Zag ik gezichten verstijven en voelde ik de temperatuur met 25 graden dalen. En wist ik dat ik de opmerking grappiger had bedoeld dan hij aan de andere kant van de tafel werd ontvangen.
Neeeeeeee! Vruggink met je grote mond, jij hoeft niet grappig te zijn. Dombo. Blijf nou toch binnen de lijntjes… Aaah...Help....!
Wat ik ook zei, want natúúrlijk was het (echt!) maar een grapje, me eruit lullen lukte niet. Dat werd me met precies datzelfde woord en een beminnelijke glimlach ingewreven. Het enige dat ik kon doen was ruiterlijk mijn verlies nemen en wat grapjes over Achterhoekers over me heen laten komen. Godzijdank leed de stemming er geen moment onder. Integendeel zelfs.
Natuurlijk werd juist die opmerking de rode draad in de dagen die zouden volgen. Daarna volgde een prachtige dienst voor moeder met veel complimenten achteraf. Al zei de zoon met een grote glimlach bij het afscheid nemen: “Toch jammer van dat ene foutje…”
Jaja, ik weet het.
Het is ook jullie eigen schuld. Ik voelde me zo thuis bij jullie aan tafel. Want Brabanders zijn nu eenmaal net zo gezellig als Achterhoekers ;).
Comments